Informatie over het woord fumi

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingfum·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdfumas
Verleden tijdfumis
Toekomende tijdfumos
 
Voorwaardelijke wijs
fumus
 
Gebiedende wijs
fumu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdfumantafumata
Verleden tijdfumintafumita
Toekomende tijdfumontafumota

Voorbeelden van gebruik

Mi fumas nur cigaredojn.
Vi fumas vian pipon.

Vertalingen

Afrikaansrook
Chinook-jargonsmuk
Duitsrauchen
Engelssmoke
Fransfumer
Nederlandsroken