Informatie over het woord antaŭa

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Afbrekingan·taŭ·a

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefantaŭaantaŭaj
Accusatiefantaŭanantaŭajn

Voorbeelden van gebruik

Tion li ankaŭ faris la antaŭan nokton.

Vertalingen

Afrikaansvorige; verlede
Duitsvorig
Engelspast; earlier; preceding; previous; prior
Nederduitsverleaden; vrogger; eyrder
Nederlandsvroeger; voorgaand; voorafgaand; verleden; eerder; vorig
Papiamentsanterior
Westerlauwers Friesferline