Informatie over het woord instrui

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingin·stru·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdinstruas
Verleden tijdinstruis
Toekomende tijdinstruos
 
Voorwaardelijke wijs
instruus
 
Gebiedende wijs
instruu

 Deelwoorden
 Actieve deelwoordenPassieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdinstruantainstruata
Verleden tijdinstruintainstruita
Toekomende tijdinstruontainstruota

Vertalingen

Afrikaansleer
Duitslehren
Engelsteach
Nederlandsleren; instrueren