Informatie over het woord faith (Engels → Esperanto: fido)

Synoniemen: confidence, trust

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/feɪ̯θ/
Afbrekingfaith
Shaw‐alfabet𐑓𐑱𐑔

Voorbeelden van gebruik

Speaking out about the war in Russia carries great risks, but there are hints of a loss of faith in the Kremlin’s arguments for war.

Vertalingen

Deenstillid
DuitsVertrauen
Esperantofido; konfido
Faeröersálit
Fransfoi
IJslandstraust
Italiaansfiducia
Latijnfides
Nederduitsgelöyv
Nederlandsfiducie; vertrouwen
Noorstillit
Papiamentsfe
Portugees
Russischвера
SaterfriesToufersicht
Spaansfe
Westerlauwers Friesfertrouwen; fidúsje; betrouwen
Zweedsförtroende; tillit