Informatie over het woord shift (Engels → Esperanto: moviĝi)

Synoniemen: move, stir, adjourn

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ʃɪft/
Afbrekingshift
Shaw‐alfabet𐑖𐑦𐑓𐑑
Deseret‐alfabet𐑇𐐮𐑁𐐻

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) shift(I) shifted
(thou) shiftest(thou) shiftedst
(he) shifts, shifteth(he) shifted
(we) shift(we) shifted
(you) shift(you) shifted
(they) shift(they) shifted
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) shift (I) shifted
(thou) shift(thou) shifted
(he) shift(he) shifted
(we) shift(we) shifted
(you) shift(you) shifted
(they) shift(they) shifted
Gebiedende wijs
shift
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
shiftingshifted

Vertalingen

Afrikaansbeweeg
Deensrøre sig
Duitssich bewegen; sich rühren
Esperantomoviĝi; movi sin
Fransse déplacer
Italiaansmuoversi
Nederlandsbewegen; zich bewegen; zich verroeren; zich voortbewegen; trekken
Portugeesmexer‐se; mover‐se
Saterfriessik bewäägje; sik röögje
Schots-Gaelischgluais
Spaansmoverse
Westerlauwers Friesbewege; lûke