Informatie over het woord visa (Engels → Esperanto: vizo)

Synoniem: visé

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈviːzə/
Afbrekingvi·sa
Shaw‐alfabet𐑝𐑰𐑟𐑩

Voorbeelden van gebruik

He plans on going to Portugal, where he has been granted a visa.
That means Brits who want to stay on the continent for extended periods of time will have to apply for a visa.

Vertalingen

Afrikaansvisum
Albaneesvizë
Catalaansvisat
Deensvisum
DuitsVisum
Esperantovizo
Fransvisa
Maleisvisa
Nederlandsvisum
Papiamentsvisa
Portugeesvisto
Russischвиза
Spaansvisado
Tsjechischvízum
Turksvize
Westerlauwers Friesfisum
Zweedsvisum