Informatie over het woord prince (Engels → Esperanto: princo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/pɹɪns/
Afbrekingprince
Shaw‐alfabet𐑐𐑮𐑦𐑯𐑕

Vertalingen

Afrikaansprins
Catalaanspríncep
Deensprins
DuitsFürst; Prinz
Engels (Oudengels)ealdor; æþeling; dryhten
Esperantoprinco
Fransprince
LuxemburgsPrënz
Nederduitsprins
Nederlandsprins; vorst
Poolsksiążę
Portugeespríncipe
SaterfriesFürst; Prins
Spaanspríncipe
Tsjechischprinc
Turksprens
Welstywysog
Zweedsfurste; prins