Informatie over het woord marry (Engels → Esperanto: iĝi la edzino de)

Synoniem: become the wife of

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈmæɹɪ/
Afbrekingmar·ry

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) marry(I) married
(thou) marriest(thou) marriedst
(she) marries, marrieth(she) married
(we) marry(we) married
(you) marry(you) married
(they) marry(they) married
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) marry (I) married
(thou) marry(thou) married
(she) marry(she) married
(we) marry(we) married
(you) marry(you) married
(they) marry(they) married
Gebiedende wijs
marry
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
marryingmarried

Voorbeelden van gebruik

Princesses seldom marry their lovers.

Vertalingen

Deensgifte sig med
Duitsheiraten
Esperantoiĝi la edzino de
Fransépouser
IJslandsgifta sig
Luxemburgsbestueden
Nederlandshuwen; trouwen met
Noorsgifte sig med
Westerlauwers Friesboaskje met
Zweedsgifta sig med