Informatie over het woord Ferien (Duits → Esperanto: libertempo)

Uitspraak/ˈfeːriən/
AfbrekingFe·ri·en
Woordsoortzelfstandig naamwoord

Vertalingen

Afrikaansvakansie; verlof
Deensferie
Engelsvacation; holiday
Esperantolibertempo; ferioj
Franscongé; loisirs; vacances
Nederduitsferien
Nederlandsvakantie; verlof; vrije tijd
Noorsferie
Papiamentsfakansi; vakashon
Poolsurlop; wczasy
Portugeesférias
SaterfriesFerien
Thaisวันหยุด
Westerlauwers Friesfakânsje
Zweedsferier; semester