Informatie over het woord Fahrgeld (Duits → Esperanto: veturprezo)

Uitspraak/ˈfaːrɡɛlt/
AfbrekingFahr·geld
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtonzijdig

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefFahrgeld
GenitiefFahrgelds, Fahrgeldes
DatiefFahrgeld, Fahrgeld
AccusatiefFahrgeld

Voorbeelden van gebruik

Als er das Fahrgeld bezahlt hatte, warf er einen forschenden Blick über das Deck.

Vertalingen

Engelsfare
Esperantoveturprezo