Informatie over het woord Kassenführer (Duits → Esperanto: kasisto)

Synoniemen: Zahlmeister, Kassier, Kassenverwalter, Kassierer

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefKassenführerKassenführer
GenitiefKassenführersKassenführer
DatiefKassenführerKassenführern
AccusatiefKassenführerKassenführer

Vertalingen

Engelscashier; treasurer
Esperantokasisto
Franstrésorier
Nederlandskashouder; kassier
Papiamentskahero
Portugeescaixa; tesoureiro
SaterfriesBetoalmäster
Zweedskassör