Informatie over het woord abspannen (Duits → Esperanto: maljungi)

Synoniemen: ausspannen, ausschirren

Uitspraak/ˈapʃpanən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abspanne (ich) abspannte
(du) abspannst (du) abspanntest
(er) abspannt (er) abspannte
(wir) abspannen (wir) abspannten
(ihr) abspannt (ihr) abspanntet
(sie) abspannen (sie) abspannten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abspanne (ich) abspannte
(du) abspannest (du) abspanntest
(er) abspanne (er) abspannte
(wir) abspannen (wir) abspannten
(ihr) abspannet (ihr) abspanntet
(sie) abspannen (sie) abspannten
Gebiedende wijs
(du) spanne ab
(ihr) abspannt
abspannen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abspannend(haben) abgespannt

Vertalingen

Esperantomaljungi; disjungi; eljungi
Nederlandsuitspannen