Informatie over het woord abkommen (Duits → Esperanto: flankiĝi)

Synoniemen: abirren, abweichen, sich entfernen, sich lossagen

Uitspraak/ˈapkɔmən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abkomme (ich) abkamm
(du) abkommst (du) abkammst
(er) abkommt (er) abkamm
(wir) abkommen (wir) abkammen
(ihr) abkommt (ihr) abkammt
(sie) abkommen (sie) abkammen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abkomme (ich) abkämme
(du) abkommest (du) abkämmest
(er) abkomme (er) abkämme
(wir) abkommen (wir) abkämmen
(ihr) abkommet (ihr) abkämmet
(sie) abkommen (sie) abkämmen
Gebiedende wijs
(du) komme ab
(ihr) abkommt
abkommen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abkommend(sein) abgekommen

Vertalingen

Engelsgo astray; stray off; digress
Esperantoflankiĝi; deflankiĝi; forflankiĝi
Nederlandsafdwalen; opzij gaan
Spaansdesviarse; ladearse