Informatie over het woord gleich (Duits → Esperanto: egala)

Synoniemen: egal, gleichmäßig, gleichgültig, einerlei, Gleich‐

Uitspraak/ɡlaɪ̯ç/
Afbrekinggleich
Woordsoortbijvoeglijk naamwoord

Voorbeelden van gebruik

Für mich waren sie alle gleich.

Vertalingen

Afrikaansgelyk
Catalaansigual
Deenslig
Engelsequal
Esperantoegala; sama
Faeröerseins; javnur við; tað sama
Finsyhtäläinen
Franségal
IJslandslíkur
Italiaanseguale
Latijnaequus; par
Nederduitsgelyk
Nederlandseender; egaal; gelijk; gelijkmatig
Noorslik
Papiamentsigual; pareu
Portugeesigual; parelho
Saterfriesegoal; gliek
Spaansigual
Thaisเท่า
Tsjechischrovný; stejný
Turksbaşabaş
Westerlauwers Friesgelyk; lyk; allyk
Zweedsjämlik; lik