Informatie over het woord abmachen (Duits → Esperanto: deigi)

Synoniemen: losmachen, ablösen, loslösen

Uitspraak/ˈapmaxən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abmache (ich) abmachte
(du) abmachst (du) abmachtest
(er) abmacht (er) abmachte
(wir) abmachen (wir) abmachten
(ihr) abmacht (ihr) abmachtet
(sie) abmachen (sie) abmachten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abmache (ich) abmachte
(du) abmachest (du) abmachtest
(er) abmache (er) abmachte
(wir) abmachen (wir) abmachten
(ihr) abmachet (ihr) abmachtet
(sie) abmachen (sie) abmachten
Gebiedende wijs
(du) mache ab
(ihr) abmacht
abmachen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abmachend(haben) abgemacht

Vertalingen

Esperantodeigi