Informatie over het woord sollen (Duits → Esperanto: devi)

Synoniemen: müssen, dürfen, haben

Uitspraak/ˈzɔlən/
Afbrekingsol·len
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) soll(ich) sollte
(du) sollst(du) solltest
(er) soll(er) sollte
(wir) sollen(wir) sollten
(ihr) sollt(ihr) solltet
(sie) sollen(sie) sollten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) soll(ich) sollte
(du) sollst(du) solltest
(er) soll(er) sollte
(wir) solln(wir) sollten
(ihr) sollt(ihr) solltet
(sie) solln(sie) sollten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
sollend(haben) gesollt

Voorbeelden van gebruik

Und ich hätte es Ihnen sagen sollen.
Die Zahl der NATO‐Soldaten, die innerhalb kurzer Zeit einsatzbereit sind, soll vervielfacht werden.
Was sollte ich dazu sagen?

Vertalingen

Afrikaansmoet
Catalaanshaver de
Deensmåtte; skulle
Engelsought to; should
Engels (Oudengels)sculan
Esperantodevi
Faeröersnoyðast; skula
Finstäytyä
Fransavoir à; devoir; être obligé
Hongaarskell; kötelező; muszáj
Jamaicaans Creoolsafi
Kabylischssefk
Luxemburgsmissen
Maleisharus
Nederduitsmöäten
Nederlandsbehoren; dienen; horen; moeten; moet; zullen; hebben
Papiamentsmester; mesté
Poolsmusieć
Portugeesdever; ter a obrigação; ter de; ter que
Russisch<должен>
Saterfriesmoute; skälle
Schotsmaun; hae tae
Spaansdeber; tener que
Srananabi fu; musu
Thaisควร; ต้อง; พึง
Westerlauwers Friesmoatte
Zweedsböra; må; måste