Informatie over het woord abholen (Duits → Esperanto: depreni)

Synoniem: abnehmen

Uitspraak/ˈaphoːlən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abhole (ich) abholte
(du) abholst (du) abholtest
(er) abholt (er) abholte
(wir) abholen (wir) abholten
(ihr) abholt (ihr) abholtet
(sie) abholen (sie) abholten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abhole (ich) abholte
(du) abholest (du) abholtest
(er) abhole (er) abholte
(wir) abholen (wir) abholten
(ihr) abholet (ihr) abholtet
(sie) abholen (sie) abholten
Gebiedende wijs
(du) hole ab
(ihr) abholt
abholen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abholend(haben) abgeholt

Vertalingen

Engelsdeduct; take away; subtract; doff
Esperantodepreni
Faeröerstaka av
Fransprélever; retrancher
Nederlandsafhalen; afnemen; rissen; ritsen; wegnemen
Papiamentskita
Portugeesdescontar; tirar
Saterfriesouhoalje; ounieme
Spaansquitar; restar