Informatie over het woord abduzieren (Duits → Esperanto: abdukcii)

Uitspraak/apduˈtsiːrən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abduziere(ich) abduzierte
(du) abduzierst(du) abduziertest
(er) abduziert(er) abduzierte
(wir) abduzieren(wir) abduzierten
(ihr) abduziert(ihr) abduziertet
(sie) abduzieren(sie) abduzierten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abduziere(ich) abduzierte
(du) abduzierest(du) abduziertest
(er) abduziere(er) abduzierte
(wir) abduzieren(wir) abduzierten
(ihr) abduzieret(ihr) abduziertet
(sie) abduzieren(sie) abduzierten
Gebiedende wijs
(du) abduziere
(ihr) abduziert
abduzieren Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abduzierend(haben) abduziert

Vertalingen

Engelsabduct
Esperantoabdukcii
Nederlandsabduceren
Portugeesabduzir