Informatie over het woord schmeißen (Duits → Esperanto: ĵetegi)

Synoniem: schleudern

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) schmeiße(ich) schmiß
(du) schmeißt(du) schmissest, schmißt
(er) schmeißt(er) schmiß
(wir) schmeißen(wir) schmissen
(ihr) schmeißt(ihr) schmißt
(sie) schmeißen(sie) schmissen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) schmeiße(ich) schmisse
(du) schmeißest(du) schmissest
(er) schmeiße(er) schmisse
(wir) schmeißen(wir) schmissen
(ihr) schmeißet(ihr) schmisset
(sie) schmeißen(sie) schmissen
Gebiedende wijs
(du) schmeiße
(ihr) schmeißt
schmeißen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
schmeißend(haben) geschmissen

Vertalingen

Afrikaansslinger
Engelsdash; fling
Esperantoĵetegi
Nederlandskwakken; slingeren; smijten; keilen