Informatie over het woord Teppich (Duits → Esperanto: tapiŝo)

Uitspraak/ˈtɛpɪç/
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefTeppichTeppiche
GenitiefTeppichs, TeppichesTeppiche
DatiefTeppich, TeppicheTeppichen
AccusatiefTeppichTeppiche

Voorbeelden van gebruik

In Sedona gibt es alle möglichen Teppiche.

Vertalingen

Catalaanscatifa; tapís
Deensgulvtæppe; tæppe
Engelscarpet
Esperantotapiŝo
Faeröersteppi
Franstapis
Hongaarsszőnyeg
Italiaanstappeto
Nederduitstapyt
Nederlandskleed; tapijt; vloerkleed
Noorsteppe
Papiamentstapeit
Portugeesalfombra; tapete
Russischковёр
SaterfriesTeppich
Spaansalfombra
Swahilizulia
Thaisพรม
Tsjechischkoberec
Westerlauwers Friestapyt
Zweedsmatta