Informasie oor die woord schaffen (Duits → Esperanto: estigi)

Sinonieme: hervorbringen, entstehen lassen, erzeugen, hervorrufen, verursachen, zur Folge haben, machen, gestalten

Uitspraak/ˈʃafən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ich) schaffe(ich) schuf
(du) schaffst(du) schufst
(er) schafft(er) schuf
(wir) schaffen(wir) schufen
(ihr) schafft(ihr) schuft
(sie) schaffen(sie) schufen
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ich) schaffe(ich) schüffe
(du) schaffest(du) schüffest
(er) schaffe(er) schüffe
(wir) schaffen(wir) schüffen
(ihr) schaffet(ihr) schüffet
(sie) schaffen(sie) schüffen
Gebiedende wys
(du) schaffe
(ihr) schafft
schaffen Sie
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
schaffend(haben) geschaffen

Vertalinge

Afrikaansop die been bring; in die lewe roep; instel
Engelscreate
Esperantoestigi
Fransentraîner des conséquences
Katalaansinstituir; ocasionar
Nederlandsdoen ontstaan; formeren; instellen; maken; ontwikkelen; opleveren; opwekken; in het leven roepen
Portugeesengendrar; estabelecer; provocar; pruzir
Saterfriesäntwikkelje
Wes‐Friesmeitsje; ynstelle