Informasie oor die woord steigen (Duits → Esperanto: plialtiĝi)

Sinonieme: höher werden, sich erhöhen

Uitspraak/ˈʃtaɪ̯ɡən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ich) steige(ich) stieg
(du) steigst(du) stiegst
(er) steigt(er) stieg
(wir) steigen(wir) stiegen
(ihr) steigt(ihr) stiegt
(sie) steigen(sie) stiegen
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ich) steige(ich) stiege
(du) steigest(du) stiegest
(er) steige(er) stiege
(wir) steigen(wir) stiegen
(ihr) steiget(ihr) stieget
(sie) steigen(sie) stiegen
Gebiedende wys
(du) steige
(ihr) steigt
steigen Sie
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
steigend(sein) gestiegen

Vertalinge

Afrikaansstyg
Engelsgo up; increase
Esperantoplialtiĝi
Nederlandsrijzen; stijgen
Portugeesaltear; elevar‐se; subir