Informasie oor die woord Nutzen (Duits → Esperanto: profito)

Sinonieme: Ertrag, Gewinn, Interesse, Überschuß, Verdienst, Vorteil

Woordsoortselfstandige naamwoord
Geslagmanlik

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefNutzen
GenitiefNutzens
DatiefNutzen
AkkusatiefNutzen

Vertalinge

Engelsprofit; benefit
Esperantoprofito
Fransavantage; gain; profit
Italiaansbeneficio; guadagno; profitto; vantaggio
Katalaansbenefici; profit
Latynlucrum
Nederlandsbaat; gewin; profijt; voordeel; winst
Noorsgagn
Portugeeslucro; proveito; vantagem
Russiesбарыш; выгода
SaterfriesBoate; Fertjoonst; Foardeel; Gewinst; Nutsen
Spaansganancia; provecho
Srananwini
Swahilifaida
Sweedsvinst
Tsjeggiesprospěch; užitek; zisk
Wes‐Friesbaat; fertsjinst
Yslandsvinningur