Informasie oor die woord genau (Duits → Esperanto: preciza)

Sinonieme: bestimmt, bündig, exakt, präzis, präzise, pünktlich

Uitspraak/ɡəˈnaʊ̯̯/
Afbrekingge·nau
Woordsoortbyvoeglike naamwoord

Voorbeelde van gebruik

Die genaue Unglücksursache ist bislang unklar.
Der genaue Ort wurde nicht genannt.

Vertalinge

Afrikaanspresies
Engelsaccurate; precise; exact; strict
Esperantopreciza
Faroëesnágreiniligur; neyvur
Finstarkka
Fransprécis
Italiaansaccurato
Katalaansprecís
Nederduitsnauwköärig
Nederlandsjuist; precies; accuraat; scherp; secuur; stipt; zorgvuldig
Papiamentspresis
Poolsdokładny; precyzyjny
Portugeescerto; exacto; preciso
Saterfriesbestimd; exakt; gnau; kuut; seküür
Spaanspreciso
Sweedsackurat; noga; precis
Tsjeggiespřesný
Turkstam
Wes‐Frieskrekt; presiis