Informatie over het woord emigreer (Afrikaans → Esperanto: elmigri)

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingemi·greer

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
emigreer-
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
emigrerendegeëmigreer

Voorbeelden van gebruik

Gedurende die vyftigerjare emigreer baie Duitsers na oorsese lande, veral na die Verenigde State.

Vertalingen

Catalaansemigrar
Duitsauswandern
Engelsemigrate
Esperantoelmigri; emigri
Fransse réfugier
Nederlandsemigreren; uittrekken; uitwijken
Papiamentsemigrá
Saterfriesuutwonderje
Spaansemigrar
Tsjechischemigrovat; vystěhovat se
Westerlauwers Friesemigrearje
Zweedsutvandra