Informatie over het woord beroof (Afrikaans → Esperanto: prirabi)

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingbe·roof

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
beroof-
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
berowendeberoof

Voorbeelden van gebruik

’n 20‐jarige vrou is gister in die vroeë oggendure in haar ouerhuis in ’n gegoede woonbuurt deur ’n inbreker verkrag en beroof.

Vertalingen

Duitsberauben
Engelsrob; loot; pillage; plunder; rifle
Esperantoprirabi
Italiaansderubare
Nederduitsplünderen
Nederlandsberoven; plunderen; uitplunderen
Saterfriesberoowje
Spaansdespojar; privar
Tsjechischoloupit
Zweedsråna; utblotta