Informatie over het woord afkap (Afrikaans → Esperanto: hakfaligi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfkɑp/
Afbrekingaf·kap

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
afkap -
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afkappendeafgekap

Voorbeelden van gebruik

’n Houtkapper is ’n persoon wat bome afkap.

Vertalingen

Engelscut down
Esperantohakfaligi; dehaki
Fransabattre
Nederlandsomhakken; omkappen