Informatie over het woord leuen (Afrikaans → Esperanto: mensogo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekingleu·en

Voorbeelden van gebruik

En wat ons nou doen, is om een leuen met ’n ander te verdoesel.

Vertalingen

Catalaansmentida
Deensløgn
DuitsLüge
Engelslie; falsehood
Esperantomensogo; malveraĵo; malvero
Faeröerslygn
Fransmensonge
IJslandslygi
Italiaansbugia
Jamaicaans Creoolslai
Maleisdusta
Nederlandsleugen; onwaarheid
Noorsløgn
Papiamentsmentira
Portugeesmentira
Schots-Gaelischbreug
Spaansmentira
Swahiliuongo
Welscelwydd
Westerlauwers Friesleagen
Zweedslögn