Informatie over het woord besteel (Afrikaans → Esperanto: priŝteli)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈstɪə̯l/
Afbrekingbe·steel

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
besteel-
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bestelendebesteel

Voorbeelden van gebruik

Ek voel besteel en ek is bitter kwaad.
Hulle het eers die volgende oggend besef hulle is besteel.

Vertalingen

Engelsloot; steal from
Esperantopriŝteli
Nederlandsbestelen; zich vergrijpen aan
Poolsokraść
Spaanshurtar; robar
Srananfufuru
Zweedsbestjäla