Information about the word weeklaag (Afrikaans → Esperanto: lamenti)

Part of speechverb
Pronunciation/ˈvɪə̯klɑːχ/
Hyphenationwee·klaag

Conjugation

Present tensePast tense
weeklaag-
Present participlePast participle
weeklagendegeweeklaag

Usage samples

En die kinders van Israel het gesug en geweeklaag vanweë die slawerny.

Translations

Dutchjammeren; lamenteren; steen en been klagen; weeklagen
Englishlament; wail
Esperantolamenti; vekrii
Faeroesevena seg
Finnishvalitella
Frenchse lamenter
Germanjammern; lamentieren
Latinlamentari
Portugueselamentar‐se; queixar‐se
Russianахать
Saterland Frisianjammerje; jauelje; jauerje; jöäselje; kloagje; stänne; suchtje