Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord binden

Nederlands	Esperanto
binden (inbinden)	bindi
binden	densigi
binden (vastbinden; vastmaken; verbinden)	ligi
aanbinden (meren; onderbinden; vastbinden; vastleggen; aanmeren)	alligi
aanbinden	komenci
afbinden (toebinden)	ligfermi
afbinden (losbinden; losmaken)	malligi
bijeenbinden (verbinden)	kunligi
binding (band)	ligilo
bindsla (Romeinse sla)	roma laktuko
bindtouw	merleno
bindwerk (boekbinden; inbinding)	bindado
bindwilg (katwilg; teenwilg)	vimeno
boekbinden	bindado
dichtbinden (knopen; vastknopen)	nodligi
inbinden (binden)	bindi
inbinden	moderigi sin
losbinden (afbinden; losmaken)	malligi
ombinden	ĉirkaŭligi
onderbinden (aanbinden)	alligi
ontbinden	nuligi
ontbinden	disirigi
ontbinden (ontleden)	malkomponi
ontbinden	malfondi
opbinden	suprenligi
samenbinden (verbinden)	kunligi
toebinden (afbinden)	ligfermi
toebinden	nodfermi
vastbinden (aanbinden; meren; vastleggen; aanmeren)	alligi
vastbinden (binden; vastmaken; verbinden)	ligi
verbinden	ligi
verbinden	aglutini
verbinden	alianci
verbinden (inzwachtelen; omzwachtelen; zwachtelen)	bandaĝi
verbinden (verplichten)	devontigi
verbinden (combineren; samenvoegen)	kombini
verbinden (aansluiten)	konekti
verbinden (bijeenbinden; samenbinden)	kunligi
verbinden (aansluiten; binden; vastbinden; vastmaken; liëren)	ligi
verbinden (associëren)	asocii
verbinden	artiki
verbinden (combineren)	kombini