Woordenboek Nederlands–Esperanto

Esperanto‐vertaling van het Nederlandse woord beginnen

Nederlands	Esperanto
beginnen werkwoord (aanbreken; aanvangen; ingaan; ertoe overgaan; een aanvang nemen; inzetten; intreden)	komenciĝi werkwoord
beginnen werkwoord (aanvaarden; aanvangen; beginnen aan; beginnen met; inzetten; starten)	komenci werkwoord
beginnen werkwoord	komenci werkwoord
beginnen aan werkwoord (aanpakken; aanvaarden; aanvangen; beginnen; beginnen met; ter hand nemen; inzetten; starten; overgaan tot)	komenci werkwoord
beginnen met werkwoord	alpaŝi werkwoord
beginnen met werkwoord (aanpakken; aanvaarden; aanvangen; beginnen; beginnen aan; ter hand nemen; inzetten; starten)	komenci werkwoord
om te beginnen bijwoord	komence bijwoord (en la komenco)
beginner zelfstandig naamwoord (beginneling)	komencanto zelfstandig naamwoord
herbeginnen werkwoord	rekomenciĝi werkwoord