Nederlands–Fries woordenboek
Friese vertaling van het Nederlandse woord belasting
| Nederlands | Westerlauwers Fries (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (recht) | ||
🔗 Er hoeft minder belasting te worden betaald bij innovaties. | ||
| (aanslaan) | belêste | |
| (aanslag) | oanslach | |
🔗 Ik heb de eigenaar zonet een belastingaanslag uitgereikt. | ||
| (fiscus) | fiskus | |
🔗 Als u vanaf nu vijf jaar lang een periodieke gift van 207 euro per jaar doet, krijgt u jaarlijks 87 euro terug van de belastingdienst. | ||
| (fiscus; thesaurie; belastingdienst) | fiskus | |
🔗 Tweeduizend netto per jaar was voor hem voldoende en hij werd alleen onrustig bij de gedachte dat iemand van de belastingen hem weleens zou kunnen komen vragen waar hij van leefde. | ||
🔗 Dat is het plaatselijke belastingkantoor. | ||
| (onbelastbaar) | belestingfrij | |