Nederlands–Tsjechisch woordenboek

Tsjechische vertaling van het Nederlandse woord aanbreken

Nederlands → Tsjechisch
  
NederlandsTsjechisch (indirect vertaald)Esperanto
(beginnen; intreden)
počínat
;
počít
;
začínat
;
začít
;
zahájit
🔗 Er breken moeilijke tijden aan.
počátek
;
začátek
;
zahájení
🔗 Het was duidelijk dat het aanbreken van de dag hem geen vreugde bracht.
(opendoen; openen; openmaken; openstellen; openslaan)
otevírat
;
otevřít
;
otvírat
;
rozevřít
🔗 Nisbet stond op en brak een nieuwe kruik aan.
(dóórbreken; stukbreken)
lámat
;
rozbít
;
zlomit
🔗 Hij brak de stok in tweeën en gooide de stukken op het vuur.