Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord huisheer
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(meester; patroon) | amo ; dueño ; patrón | |
🔗 Zeg heer Cizante dat ik belangrijke inlichtingen breng. | ||
🔗 Heer, ik ken u niet. | ||
(koning) | ||
(heerschap; meneer) | caballero ; | |
🔗 Heren, het eten is opgediend. | ||
🔗 Zeker 40.000 huizen in de hoofdstad Manilla zijn verwoest. |
Vertaling door derde partijen:
- Propietario (Bing)
Het woord huisheer kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.