Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord huisbewoner
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(inwoner) | habitador ; habitante | |
🔗 Gelukkig, het ziet ernaar uit dat de bewoner thuis is. | ||
🔗 Zeker 40.000 huizen in de hoofdstad Manilla zijn verwoest. |
Het woord huisbewoner kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.