Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aanvoeren
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bevelen; commanderen) | acaudillar ; mandar | |
(besturen; leiden; aan het hoofd staan van) | capitanear ; subyugar | |
🔗 Door wie worden zij aangevoerd? | ||
(pleiten) | abogar ; pleitear | |
aprovisionamiento | ||
(bevoorrading) | aprovisionamiento | |
(gezagvoerder) | amo ; capitán ; caudillo ; comandante ; dueño ; jefe ; patrón | |
🔗 Wie is de aanvoerder? | ||
(bevelhebber; bevelvoerder; commandant) | comandante | |
🔗 Geloof mij, edele aanvoerder, ik weet waarover ik spreek! | ||
jefe | ||
🔗 Ook de aanvoerder steeg af en kon de mening van de scout slechts bevestigen. | ||
(hoofd; leider) | amo ; capitán ; caudillo ; comandante ; jefe ; patrón | |
(brengen; geleiden; leiden) | conducir | |
🔗 Waar bestaat die queeste uit die u zo ver voert? | ||
(spijzigen; te eten geven; voederen) | dar de comer | manĝigi |
(dragen) | llevar | |
🔗 Het bleek dat er een groot aantal vissersboten voor anker lag, die alle een klein lichtje voerden. | ||
(overbrengen; transporteren; vervoeren) | traferir ; transferir ; transportar | |
(houden; vasthouden; huldigen) | tener | |
🔗 De Saint voerde nog een telefoongesprek, genoot van een goede lunch en reed dan naar de stad. |