Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aanvoerder
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(gezagvoerder) | amo ; capitán ; caudillo ; comandante ; dueño ; jefe ; patrón | |
🔗 Wie is de aanvoerder? | ||
(bevelhebber; bevelvoerder; commandant) | comandante | |
🔗 Geloof mij, edele aanvoerder, ik weet waarover ik spreek! | ||
jefe | ||
🔗 Ook de aanvoerder steeg af en kon de mening van de scout slechts bevestigen. | ||
(hoofd; leider) | amo ; capitán ; caudillo ; comandante ; jefe ; patrón | |
(bevelen; commanderen) | acaudillar ; mandar | |
(besturen; leiden; aan het hoofd staan van) | capitanear ; subyugar | |
🔗 Door wie worden zij aangevoerd? | ||
(pleiten) | abogar ; pleitear |