Nederlands–Spaans woordenboek

Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aanval

Nederlands → Spaans
  
NederlandsSpaans (indirect vertaald)Esperanto
(vlaag)
acometida
;
agresión
;
ataque
🔗 Maar de spin zette de aanval niet voort.
acometer
;
atacar
(aangrijpen; aanpakken; attaqueren)
agredir
;
atacar
🔗 Hoorde je bij de bandieten die ons aanvielen?
(avant‐garde; voorhoede)
vanguardia
finta