Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aansluiten
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(verbinden) | comunicar | |
🔗 Dit betekende dat de beide motoren aangesloten waren. Twee toestellen zijn in serie aangesloten op een wisselspanning van 100 V. | ||
(zich aaneensluiten; zich verenigen) | juntarse ; unirse | |
(verbinden; liëren) | atar ; ligar | |
(corresponderen) | cartearse ; corresponderse | |
(zich voegen bij; toetreden tot) | reunirse a | |
🔗 Ze hadden mij ook haast gedood, als ik hen niet gezegd had dat ik me bij hen wilde aansluiten. | ||
(verbinding; connectie) | conexión | |
reunión ; unión | ||
(dichtdoen; dichtmaken; toedoen) | cerrar | |
🔗 Is de deur goed gesloten? | ||
(afsluiten; op slot doen; dichtsluiten) | cerrar ; cerrar con llave | |
🔗 Daarom liep hij zwijgend naar de deur, sloot die en stak de sleutel in zijn zak. |