Nederlands–Spaans woordenboek

Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aanpraten

Nederlands → Spaans
  
NederlandsSpaans (indirect vertaald)Esperanto
(aansmeren)
encajar
persvadi aĉeti
(babbelen; keuvelen; kouten)
charlar
🔗 De kleine man praatte en praatte.
(spreken)
🔗 Hij praat altijd zo onduidelijk.
(spreken)
🔗 Met wie praat jij daar?