Nederlands–Spaans woordenboek

Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aanpassen

Nederlands → Spaans
  
NederlandsSpaans (indirect vertaald)Esperanto
(accommoderen)
acomodar
;
adaptar
(passen)
ensayar
;
intentar
;
probar
(passen)
probar
surprovi
(passen)
probar
vesti prove
(aanbrengen; adapteren)
acomodar
;
adaptar
(betamen; voegen)
ser conforme
;
ser conveniente
;
ser decoroso
🔗 Het past voor mannen van mijn en uw soort niet langer samen te reizen dan noodzakelijk is.
(betamen; conveniëren; gelegen komen; schikken; uitkomen; voegen)
convenir
;
ser conveniente
(aanpassen)
ensayar
;
intentar
;
probar
(aanpassen)
probar
surprovi
(aanpassen)
probar
vesti prove