Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aangebroken
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(beginnen; intreden) | comenzar ; empezar ; principiar | |
🔗 Er breken moeilijke tijden aan. | ||
(opendoen; openen; openmaken; openstellen; openslaan) | abrir | |
🔗 Nisbet stond op en brak een nieuwe kruik aan. |