Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aaneenschakelen
| Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (bijeen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk) | juntamente ; | |
| (opeenvolging; volgorde) | encadenación ; encadenamiento ; orden | |
🔗 Hun getuigenissen waren een aaneenschakeling van of onbelangrijke of geheel onmogelijke feiten en een onpartijdige rechter zou er geen waarde aan gehecht hebben. | ||
| (koppelen) | embragar | |
| Nederlands | Spaans | Engels |
|---|---|---|
| aaneenschakelen | eslabonar | interlink |
| aaneenschakelen | eslabonar | link |