Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aanblik
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aanzien; air; aspect; uiterlijk; vóórkomen) | apariencia ; aspecto | |
🔗 Zelfs van zijn aanblik walg ik reeds! | ||
(uiterlijk) | aspecto ; | |
(blik; kijk) | mirada | |
🔗 Ik kan die aanblik niet verdragen. | ||
(een blik werpen op) | mirar | |
🔗 Het was de commissaris van politie, die hem door de neerstromende regen grimmig aanblikte. | ||
lata | ||
chapa ; plancha de metal | ||
(blikje; bus; trommel) | caja ; lata ; lata de conservas | |
🔗 Wil je een blik soep? | ||
(aanblik; kijk) | mirada | |
🔗 Wie het niet met hem eens was, werd slechts een vernietigende blik waardig gekeurd. | ||
pala | ||
(kijkje) | mirada | |
🔗 Een enkele blik was voor de geleerde voldoende om de toestand op te nemen. |