Nederlands–Saterfries woordenboek

Saterfriese vertaling van het Nederlandse woord aansteker

Nederlands → Saterfries
  
NederlandsSaterfries (indirect vertaald)Esperanto
Fjuurtjuuch
🔗 Wie heeft er een aansteker?
(aanmaken; doen ontbranden; in brand steken; ontsteken; opsteken)
ounstikke
🔗 James Bond had zijn sigaret al aangestoken.
(besmetten; infecteren; verpesten)
befaale
;
infizierje