Nederlands–Saterfries woordenboek
Saterfriese vertaling van het Nederlandse woord aanbellen
Nederlands | Saterfries (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bellen; luiden; schellen) | anklingelje ; anroupe ; klingelje | |
🔗 Ik zal maar niet meer aanbellen. | ||
(aanbellen; luiden; schellen) | anklingelje ; anroupe ; klingelje | |
🔗 Ik bel je dadelijk en dan hoor je wat je met hem moet doen. |