Nederlands–Portugees woordenboek
Portugese vertaling van het Nederlandse woord aannemer
Nederlands | Portugees (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(huren; in dienst nemen; tewerkstellen) | assalariar ; contratar ; empregar ; engajar ; tomar a serviço | |
🔗 Ik neem je weer aan! | ||
(menen; onderstellen; stellen; vermoeden; veronderstellen) | admitir ; conjeturar ; crer ; fazer de conta ; pensar ; supor | |
🔗 Mag ik aannemen dat dit je meisje is? | ||
(aanvaarden; accepteren; ingaan op; in ontvangst nemen; nemen; ontvangen) | aceitar ; acolher ; admitir ; receber ; topar | |
🔗 Jullie weten toch dat ik die rommel niet aanneem? | ||
(adopteren) | aceitar ; admitir ; adoptar |
Nederlands | Portugees | Engels |
---|---|---|
aannemer | empreiteira de obras; empreiteiro de obras | building contractor |