Nederlands–Portugees woordenboek
Portugese vertaling van het Nederlandse woord aaneenvoegen
Nederlands | Portugees (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(verenigen; in elkaar zetten) | reunir ; unir | |
(bijeen; samen; tezamen; bij elkaar; saam; gezamenlijk) | a par ; juntamente ; junto ; simulaneamente | |
(betamen; passen) | convir ; ser decente ; ser próprio | |
(betamen; conveniëren; gelegen komen; passen; schikken; uitkomen) | convir ; ser apropriado ; ser conveniente |