Nederlands–Portugees woordenboek
Portugese vertaling van het Nederlandse woord aandoen
| Nederlands | Portugees (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (aantrekken; opzetten) | aplicar ; apor ; vestir | |
🔗 Ga je trui aandoen. | ||
| (aanknippen; aanzetten; inschakelen) | acender ; ligar | |
🔗 Zal ik de lamp aandoen? | ||
geweld aandoen (forceren; verkrachten) | violentar | |
geweld aandoen | prevalecer ; sujeitar ; superar pela força | |
| (emotie; ontroering) | abalo ; comoção ; emoção | |
🔗 Van louter aandoening waren zij stil geworden. | ||
| (emotie) | abalo ; afecção ; choque ; comoção ; impressão moral | |
🔗 Wat weet gij van de aandoeningen van een dichter? | ||
| (handelen; optreden; te werk gaan; handelen) | agir ; obrar ; proceder | |
| (plaatsen; steken; stoppen; zetten) | colocar ; meter ; pôr | |
🔗 Die gaf zijn gevangenen nog goed te eten, al deed hij wat veel knoflook in de soep. | ||
| (indienen; optreden; spelen; voorstellen; brengen) | apresentar ; oferecer | |
🔗 Nu zal ik jullie een voorstel doen. | ||
| (maken) | confeccão ; execução ; feitura | |
assear ; limpar ; purificar | ||